Home

Geschreven op .

Enkele jaren geleden werd het standaardtarief van het verdeelrecht opgetrokken tot 2,5 %. Dit zijn de registratierechten die moeten worden betaald wanneer mede-eigenaars die samen een onroerend goed bezitten uit onverdeeldheid treden. De wetgever oordeelde echter al snel dat koppels die uit elkaar gingen en daarom uit onverdeeldheid traden (wat betreft hun vroegere gemeenschappelijke woning) daarmee dubbel gestraft worden. Daarom werd voor hen het tarief terug op 1 % gebracht. Vanaf 2016 zijn de voorwaarden verder versoepeld.

Het verdeelrecht: wat en hoe
Het verdeelrecht is verschuldigd bij (i) gedeeltelijke of gehele verdeling van onroerende goederen, (ii) de afstand onder bezwarende titel, onder mede-eigenaars, van onverdeelde delen in onroerende goederen en (iii) de omzetting van het vruchtgebruik op vraag van de langstlevende echtgenoot.
Zo is het verdeelrecht bijvoorbeeld van toepassing als drie erfgenamen samen een huis erven, waarbij één van hen de anderen uitkoopt. De onverdeeldheid houdt op te bestaan en de 'koper' (de persoon die de delen van de anderen overkoopt) moet 2,5 % registratierechten betalen.
Hij betaalt 2,5 %:


Voorbeeld

Marc, Luc en Paul erven samen een huis ter waarde van 150.000 EUR. Marc is geïnteresseerd om de anderen uit te kopen:

Tarief wordt verlaagd tot 1 % bij de beëindiging van het wettelijk samenwonen of het huwelijk
Een relatiebreuk brengt sowieso al genoeg miserie mee. Daarom oordeelde de fiscale wetgever dat het onbillijk was een scheidend koppel nog eens extra te bezwaren met een heffing van 2,5 % bij de uitonverdeeldheidtreding. Enkel voor deze groep werd het verdeelrecht daarom verlaagd tot 1 %.
Enkel ex-echtgenoten en ex-wettelijk samenwonenden (die minstens één jaar wettelijk hebben samengewoond) kunnen van dit gunsttarief genieten. Wie enkel feitelijk samenwoonde zal wel 2,5 % moeten betalen bij uit onverdeeldheidtreding.

Voorwaarden voor gunsttarief versoepeld
Sinds begin 2016 zijn de toepassingsvoorwaarden voor de toepassing van het verlaagd tarief versoepeld.

Beëindiging van het wettelijk samenwonen
De verdeling moet niet langer plaatsvinden binnen het jaar na de beëindiging van het wettelijk samenwonen, maar binnen de drie jaar. De voorwaarde dat de partners minstens één jaar wettelijk samenwoonden, blijft wel van toepassing.

Echtscheiding
De verdeling van het onroerend goed hoeft niet langer te gebeuren bij de akte die de vereffening-verdeling van de huwgemeenschap regelt. Als de ex-echtgenoten op het moment van de vereffening-verdeling de woning nog niet verdelen, maar de onverdeeldheid laten bestaan, kan één van hen de woning ook jaren later nog overkopen met toepassing van het verlaagde tarief. Ten slotte moet de verdeling niet meer noodzakelijk gebeuren bij authentieke akte, maar mag het ook geregeld worden in een onderhandse akte.